antwoorddatum: 23.12.2024
Phishing wordt beschouwd als oplichting (art. 326 Sr) of computervredebreuk (138ab Sr), afhankelijk van de modus. Bij phishing stuurt men valse e-mails om inloggegevens of bankinformatie te bemachtigen, met het doel geld of data te stelen. Dat is oplichting: ‘door listige kunstgrepen’ iemand verleiden tot afgifte van gegevens/gelden. Bovendien kan er sprake zijn van identiteitsfraude (231b Sr).